De wet waardering onroerende zaak bepaalt dat een samenstel van twee of meer eigendommen die bij dezelfde belastingplichtigen in gebruik zijn en bij elkaar horen als één object worden beschouwd. Dit betekent dat een mantelzorgwoning in het algemeen niet als een apart object voor de WOZ zal worden getaxeerd. Hierdoor hoeft hierover geen (extra) onroerende zaakbelasting worden betaald.
Dit is op zich heel logisch. Een mantelzorgwoning is naar zijn aard tijdelijk. Het gaat om een bestaand bijgebouw dat tijdelijk in gebruik wordt genomen als mantelzorgwoning, of om een tijdelijke unit die wordt gebouwd. Als de mantelzorg eindigt, mag de mantelzorgwoning niet langer als woning worden gebruikt. Hierdoor verhoogt deze ook niet de waarde van het onroerend goed, omdat hij per definitie eindig is.
Voorwaarde is wel dat de mantelzorgwoning en de woning van de mantelzorger een samenstel vormen. Rechtbank Oost-Brabant besliste onlangs dat van zo’n samenstel geen sprake was. De rechter baseert het oordeel dat geen sprake was van een samenstel op de omstandigheid dat moeder zakelijk gerechtigde was tot de woning. Zij had een recht van gebruik en bewoning van de mantelzorgwoning, dat in een notariële acte was vastgelegd. Hierdoor was waarschijnlijk niet meer voldaan aan het vereiste dat bij de onderdelen van het samenstel bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn. Hierdoor werd er voor de mantelzorgwoning een afzonderlijke waarde vastgesteld, waarover belasting moest worden betaald.
Van belang is wel dat het feit dat de woning losstaand was met een eigen ingang en eigen kook- en douchevoorzieningen, niet met zich mee bracht dat er geen sprake was van een samenstel van woningen. Hieruit lijkt te volgen dat, zolang er niet een notarieel recht van bewoning wordt gevestigd, sprake blijft van één samenstel van voorzieningen. In de meeste gevallen zal de vestiging van de mantelzorgwoning dus geen extra WOZ-belasting met zich meebrengen. Dat is in ieder geval goed nieuws.
W.R.J. Tillie
In de gemeente Eersel ligt het kadastrale perceel PH11 en op dit perceel ligt de mantelzorgwoning PH11a. De bewoner van het hoofdgebouw (PH11) is volledig eigenaar van het gehele perceel PH11. De
mantelzorgwoning PH11a is van de mantelzorg bewoner.
De gemeente Eersel is van mening dat, op basis van verticale natrekking, de bewoner van het hoofdgebouw ook eigenaar is van alle opstallen hierop, zoals de mantelzorgwoning PH11a.
Het feit dat de mantelzorgwoning betaald is door de mantelzorg bewoner (eigenaar van de mantelzorgwoning) doet niet terzake.
De mantelzorgwoning voldoet volledig aan de mantelzorg wetgeving en heeft een eigen huisnummer toegewezen gekregen.
De gemeente is van mening dat de hoofdgebouw bewoner wel OZB moet betalen want de mantelzorgwoning is als zelfstandige woning aan te merken omdat deze eigen voorzieningen heeft en zelfstandig afsluitbaar is. Daarom wordt deze mantelzorgwoning als ‘woning’ aangemerkt voor de OZB en er wordt OZB geheven voor het eigendom van de woning.
Hoe valt dit te rijmen met bovenstaand artikel dat een mantelzorgwoning geen extra WOZ-belasting met zich zal meebrengen?
Jurable
Beste Tillie,
Dank voor uw reactie. We hebben helaas geen gelegenheid om hierop te reageren. U kunt voor meer informatie kijken op de website http://www.Jurable.nl Eventueel kunt u hier ook een offerteaanvraag voor advies doen.
Met vriendelijke groet,
Juliëtte Zwinkels
Advocaat
Wij hebben uw vraag beantwoord op basis van beperkte informatie, zodat wij niet alle omstandigheden hebben kunnen meewegen bij ons antwoord. Wij kunnen er dan ook niet voor instaan dat het antwoord in uw situatie volledig en correct is.